Uitgangspunten voor fase 1: ontwerpen

In de voorbereidende fase 1 gaan leerkrachten met elkaar het thema ontwerpen.

Eerst ontwerpen leerkrachten een leerkrachtmindmap, waarin de conceptuele structuur van het onderwerp wordt vastgelegd. Zo wordt zichtbaar wat het kerncurriculum is, welke begrippen in samenhang worden geleerd, en welke uitbreiding en verfijning mogelijk is. Daarna inventariseren leerkrachten mogelijk interessante vragen en de daarbij behorende begeleiding om meer inzicht te krijgen in het vraagpotentieel

In de ontwerpfase, doorlopen leerkrachten feitelijk ook zelf fase 2 (maken van een mindmap) en fase 3 (genereren en formuleren van vragen). Door dit eerst zelf te verkennen krijgen ze zo meer inzicht in de mogelijkheden en aandachtspunten in de begeleiding.

Stappen binnen fase 1

Ontwerpen leerkrachtmindmap


Inhoud verkennen en kernconcepten vaststellen.

De doelen van het onderwijsthema worden in de leerkrachtmindmap weergeven als kernconcepten en relaties tussen deze kernconcepten.

In de leerkrachtmindmap is het mogelijk onderscheid te maken tussen basisstof en verrijkingsstof.

Het samenstellen van de leerkrachtmindmap in de voorbereiding is voorwaardelijk om voorkennis van leerlingen tot een klassenmindmap te begeleiden.

Tips

Verkennen leervragen


Bedenken mogelijke leervragen

Op basis van de leerkrachtmindmap kun je als leerkracht verkennen welke mogelijke vragen jij hoopt dat leerlingen zullen gaan stellen. Door zelf te brainstormen over mogelijke vragen worden verschillende perspectieven en aspecten van het onderwerp zichtbaar waar vragen over gesteld kunnen worden.

Uitgangspunt blijft dat leerlingen zelf de vragen gaan stellen, maar door eerst een collectie mogelijke vragen te bedenken, wordt het mogelijk om je te oriënteren op het beoogde leervraaggedrag van de leerlingen en dit modellen.

Tips

Voorbereiding begeleiding


Welke prikkels en ondersteuning

Om leerlingen uit te dagen om vragen te stellen, kun je bedenken welke prikkels de vragen uit stap 2 zouden kunnen oproepen.

De kunst is niet om vragen in de mond te leggen, maar om leerlingen te laten “struikelen” over de vragen die tot interessant onderzoek zouden kunnen leiden.

Uiteraard zul je verrast worden, en zullen leerlingen soms met hele andere vragen komen, maar dat maakt deze manier van werken ook interessant en uitdagend.

Daarnaast kun je bedenken wat voor soort ondersteuning de vragen uit stap II nodig zouden hebben, zodat je je daarop voor kunt bereiden.

Tips